Groot-Ammers

Oorlogsmonument
Het monument bestaat uit een gedenksteen van bakstenen met daarop 3 plaquettes.
De tekst op de middelste luidt:
'GEPLAATST IN VRIJHEID
IN HOOP OP VREDE
DE JEUGD VAN LIESVELD'.
De linker plaquette vermeldt in gouden letters de namen van wel 14 (!) slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit Groot-Ammers.
Peter Mourik is op 10 mei 1940 gewond geraakt door het grote bombardement in de Waalhaven in Rotterdam en gestorven op 12 mei 1940. Hij is begraven op de begraafplaats van Nieuwpoort.
Govert Slob uit Nieuwpoort kwam om het leven als lid van de bemanning van een onderzeeboot (Hr.Ms.KXVI) in de Zuid-Chinese Zee op 25 december 1941, in een strijd tegen de Japanners. Govert Slob kreeg een zeemansgraf (dat betekent dat een overledene vanaf een boot in zee ‘begraven’ wordt).
Lambertus van der Wal is overleden op 24 juni 1943 in Vlissingen (Zeeland) tijdens een bombardement. Hij was nog maar 20 jaar.
André Boesberg overleed op 28 juni 1944 in Streefkerk aan de verwondingen, die hij had opgelopen tijdens het verzetswerk dat hij deed. Hij is begraven op de begraafplaats van Groot-Ammers.
Arie du Bois werd eerst vermist. Waarschijnlijk is hij tijdens een vluchtpoging naar Engeland om het leven gekomen. Hij overleed op 13 november 1944 in Serooskerke (Zeeland) en is begraven op de Oude N.H. Begraafplaats aan het Dorpsplein.
Elisabeth Broere (39 jaar), haar moeder Neeltje Broere-Tukker (76 jaar) en Sijgje Mourik (45 jaar) kwamen om het leven tijdens een bombardement op 2 december 1944. Dit werd gedaan door de Engelsen, die de lege benzinetanks van de firma Broere wilden beschieten. Twee huizen werden hierbij verwoest.
Marinus den Oudsten mocht het einde van de oorlog niet meer meemaken. In de winter van 1943 was hij bij een razzia (een grote jacht van het Duitse leger of de politie, om een hele buurt te doorzoeken op gezochte personen) meegevoerd naar kamp Amersfoort. Daarna is hij naar Concentratiekamp Neuengamme (bij Hamburg) gebracht. Hij overleed (maar 20 jaar oud) in kamp Neuengamme aan de vreselijke omstandigheden daar.
Jan van der Wal was bakker. Hij overleed op 21-jarige leeftijd als oorlogsslachtoffer in Stadtkreis Munchen. Jan was daar verplicht tewerkgesteld. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Groot-Ammers.
Pieter Heijkoop was nog maar 23 jaar oud toen hij op de dag van de bevrijding, op 5 mei 1945, overleed in Langerak tijdens een ongelukkige schietpartij. Hij is begraven op het ereveld in Loenen. (Nationaal Ereveld Loenen is de laatste rustplaats van bijna 4.000 Nederlandse oorlogsslachtoffers: militairen en burgers)
Krijn Donk overleed net na de bevrijding, op 9 mei 1945, aan boord van MS (MotorSchip) Johanna. Hij werd maar 20 jaar.
Hillegondus Deelen was pas 15 jaar toen hij op 13 mei 1945 tijdens een ongelukkig schietincident door twee kogels werd doorboord. Hij werd met de brandweerauto naar het ziekenhuis vervoerd, maar overleed daar.
Cornelis Ouwerkerk werd door de SS (de SchutzStaffel, de in 1925 opgerichte persoonlijke lijfwacht van Adolf Hitler) opgepakt tijdens zijn werk voor het verzet. Eerst zat hij in Nederland gevangen,daarna werd hij naar Duitsland gebracht. Aan het eind van de oorlog werd hij ernstig vermagerd en gewond teruggevonden. Kort nadat hij naar het Academisch Ziekenhuis in Utrecht gebracht was, overleed hij daar.
De rechter plaquette vermeldt in gouden letters de namen van drie Nederlandse militairen die zijn gestorven in de periode 1945-1950 (dus na de oorlog in Nederland) in het voormalig Nederlands-Indië.
Hains den Oudsten sterft, 24 jaar oud, als sergeant-majoor in januari 1947 te Medan (Indonesië) door sluipschuttersvuur. Hij is begraven op het Nederlands Ereveld Leuwigajah op Java.
Johannes Uittenbogaard uit Groot-Ammers, overlijdt op 20-jarige leeftijd als oorlogsslachtoffer op 23 november 1949 in Malang. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld Kembang Kuning op Java.
Hendrik Schippers overlijdt op 10 april 1949.
Hij was kruidenier in Langerak, en was dienstplichtig soldaat. Vanaf 10 april 1949 was Hendrik vermist geraakt tijdens een patrouille (een ronde om de wacht te houden) naar Kampong Wonokromo (Midden-Java).
Hendrik Schippers ligt begraven op het Nederlands ereveld Candi te Samarang.
Herinneringsbank
De herinneringsbank is door Veenendaalse vluchtelingen geschonken aan Groot-Ammers.
In de morgen van 11 mei 1940 komen smerige kolenboten de Lek afzakken, vol met vluchtelingen uit Wageningen en Veenendaal (bij Arnhem).
Eigenlijk willen ze naar Zwijndrecht en IJsselmonde (bij Rotterdam), maar daar wordt gevochten en hun reis stopt dus in Groot-Ammers.
Meteen gaat iedereen druk in de weer met het opvangen van deze vluchtelingen! Ze worden eerst ontvangen in de kerk en daarna worden ze bij mensen thuis ondergebracht. De vluchtelingen verlangen eerst naar een frisse wasbeurt! Ze zien zwart van het kolenstof, want er was geen tijd geweest om de boten voor vertrek grondig schoon te maken.
Bij de familie Den Hartog gaat de deur wijd open voor de vluchtelingen.
‘Wij waren thuis al met 8 man, maar nemen toch 12 mensen op in ons kleine huisje. Het is de familie Van den Bosch en de heer Van Dijk met zijn gezin. Het is voor m’n moeder een heel werk om voor al deze mensen eten klaar te maken. Haar hele dag is ermee gevuld! En hoe laat je nu al die mensen slapen in ons toch al niet te grote huis? We hebben de werkplaats van mijn vader maar ingericht als slaapplaats’.
Ook de familie Van Holten krijgt er 11 over de vloer. Zij wonen gelukkig in een ouderwets huis met bedsteden en een grote hooizolder en is het mogelijk voor allemaal een slaapplaats te vinden. Moeder Van Holten kookt iedere dag voor haar grote gezin een wasketel vol aardappelen. Door alle ellende heen is het wàt gezellig met z’n allen rond de tafel. Wat een verhalen komen er los!
Met de mensen uit Veenendaal is ook een boot met vee meegekomen. In Ammerstol kunnen deze dieren makkelijk aan land gebracht worden. Om het Ammerstolse voetbalveld worden ze voorlopig gestald. Maar door alle drukte vergeet iedereen helaas wel deze dieren op tijd te melken… hun zielig geloei is tot in Groot-Ammers goed te horen.
Zo’n 1100 (!!) vluchtelingen uit Veenendaal en Wageningen hebben 6 dagen lang onderdak in Groot-Ammers gevonden.
Op 17 mei 1940 kan iedereen veilig terugkeren naar hun verwoeste woonplaatsen. In deze 7 dagen zijn er wel levenslange vriendschappen ontstaan!
Zo heeft de familie Van Holten jarenlang contact gehouden. Vaak zijn ze in Wageningen op bezoek geweest en ook de Wageningers zijn regelmatig terugkerende gasten in Groot-Ammers geweest.
11 oktober 1941
Uit dankbaarheid naar de mensen uit Groot-Ammers zamelen de vluchtelingen geld in voor een mooi cadeau als herinnering. Ze zijn met veel liefde opgevangen en willen iets terugdoen!
Een architect ontwerpt een bank, die uitbeeldt hoe dankbaar iedereen is en welke mooie vriendschappen er zijn ontstaan. De bank wordt in oktober 1941 onthuld. Veel vluchtelingen zijn er speciaal voor teruggekomen. De bank is er nog steeds, en staat op het Fortuijnplein.
